woensdag 21 maart 2012


Ik hoef het niet te zien, ik wil het niet zien, het raakt me niet meer. Beelden op tv, hoe rauw en hartverscheurend ook, van rampen, oorlogen en hongersnoden. Het brengt mij er niet toe om geld over te maken. Ze kopen er toch maar tanks en geweren van. Het geld komt toch niet waar het dringendste nodig is, er blijft veel aan de strijkstok, of aan corrupte ambtenaren hangen. Je moet ze geen vissen geven, maar leren vissen.
Enge ziektes, walvissen, zeehondjes, zwerfhonden, politieke gevangenen, oerbossen, de verkennersgroep in het dorp, de carnavalsvereniging, de Sinterklaaswerkgroep, de voetbalclub…als ze aan de deur staan met een rammelende collectebus krijgen ze een euro of wat losse munten die ik nog in mijn portemonnee heb, maar pas alleen nadat ik hun pasje met de stempel van de gemeentelijke  goedkeuring heb mogen bekijken. Als het mag van Onno Hoes, gaat er wat kleingeld in de collectebus (de munten een voor een, want dan lijkt het toch nog heel wat).
Dus ik geef toe: ik ben niet zo’n goede-doelen-gever…
 en al helemaal geen fund-raiser.
Vroeger wel, oh ja! Thuis hadden we een blikken negertje staan die de centjes die je  op zijn hand legde vliegensvlug naar binnen slikte. Als het reservoirtje vol was brachten we ons huis- negertje trots naar meneer Pastoor die ons over ons bolletje aaide en oordeelde dat we goede katholieken waren. En op school, als we braaf ons flesje schoolmelk (inclusief dikke klodder room) gedronken hadden, wreven we de aluminium dop mooi glad en brachten hem naar juffrouw Heijnen die ons eerst streng aankeek omdat we onze melksnor nog niet afgeveegd hadden met de mouw van ons tricot truitje, en ons vervolgens beloonde met een dankbare glimlach. Gloeiend van trots en dankbaarheid (en liefde voor juffrouw Heijnen) schoven we weer in onze schoolbankjes, het boertje dat ons dwarszat voorzichtig oprispend.

Mijn lijf is nu 51 jaar. Ik heb me verlost van de beelden van Afrika die me gevormd hebben. Ik heb me verlost van de foto’s van in witte habijt geklede missionarissen die aanbeden worden door de hen omringende inheemsen die overduidelijk blijk geven van grote dankbaarheid en nederigheid. Ik heb me verlost van Kuifje die een schoolklas negertjes probeert uit te leggen hoeveel 2 + 2 is. Ik heb me verlost van de Tarzan films met Johnnie Weismuller waarin de wild bewegende negers nooit raak mikken met hun kromme speren en steeds maar weer “Yes Bwana” roepen.
Ik fiets voor Mpongwe en voor de kinderen van Zambia, voor de jongens, maar vooral voor de meisjes. Want het zijn de vrouwen die Afrika gaan redden. Tenminste als ze de gelegenheid krijgen om onderwijs te volgen. En als ik daar een steentje aan kan bijdragen, doe ik dat graag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten